"Een beetje gif vaak niet erg”, ik kan me niet voorstellen dat professor Murk dit heeft gezegd.

In de aanloop naar de eerste Foodlog cursus ("Food Interaction") wordt er  reclame gemaakt voor de verschillende sprekers en trainers.  Natuurlijk maak je geen reclame met een genuanceerde artikel en/of titel. Wil je opvallen dan maak je gebruik van prikkelende titels en teksten. Maar als ik mijn oud-WUR-collega professor Tinka Murk was dan zou ik niet snel geassocieerd willen worden met een stuk met de titel “Een beetje gif is niet erg”. Ik kan me werkelijk niet voorstellen dat Tinka dit heeft gezegd. Elke ingenieur die aan een (technische) universiteit een beta-opleiding heeft gevolgd weet dat de dosis bepaalt of iets ‘giftig’ is of niet. Dit laatste kennen we natuurlijk ook als de "Wet van Paracelsus”, een wet overigens waar best wel over gediscussieerd kan worden. Deze wet zegt immers niks over reversibele of irreversibele effecten, zegt niks over synergie tussen verschillende toxines, over lange termijn effecten (denk aan ophoping van toxines) of indirecte (secundaire) effecten. Paracelsus mag eigenlijk alleen maar toegepast worden op acuut werkende chemische toxines.



In het artikel wordt verder aangehaald dat er een verschil is in ‘gevaar’ of bedreiging (in het Engels “hazard”) en risico (de kans dat het gevaar ook daardwerkijk optreed).
Ook dit is niks nieuws onder de zon voor een ieder die met voedsel (of chemie) bezig is. In de Europese richtlijnen is een HACCP systeem bij wet verplicht gesteld. Bij het ontwerp van een  HACCP systeem, moet je achtereenvolgens a) de gevaren in kaart brengen, b) de risico’s bepalen en vervolgens c) een systeem implementeren waardoor je deze gevaren beheerst. Er wordt bij gevaren  onderscheid gemaakt in 1) fysische (b.v. de kans dat je een stukje plastic of metaal doorslikt), 2) chemische (verontreinigingen, denk aan bestreidingsmiddelen of zware metalen, PCB’s of DDT) en 3) microbiologische (b.v. E coli, C.bot, Salmonella en listeria).  Bij een HACCP analyse wordt vooral gekeken naar het acute risico op ziek worden (inclusief directe allergische reacties) of zelfs doodgaan en veel minder naar potentiële chronische risico's.

Toxicologen en microbiologen hebben in de laatste honderd jaar veel en goed onderzoek gedaan hierdoor kunnen we steeds beter in kaart brengen welke ‘dosis’ tot een ‘accuut risico’ leidt. Hiervoor worden nog steeds dierproeven uitgevoerd om bijvoorbeeld de LD50 te bepalen. De vertaling naar de mens is lastig, en gaat gepaart met grote veiligheidsmarges van een factor 100 of 1000. So fare so good zou je zeggen, maar ik denk dat dat niet zo is. Ik denk dat we bijzonder voorzichtig moeten blijven. Klassieke toxicologie kan je vergelijken met klassieke pharma; het stofjesdenken zit er ingebakken. Terwijl onderzoek naar synergetische effecten tussen verschillende toxische stoffen onderling, de effecten op lange termijn en chronische effecten nog in de kinderschoenen staat.

We weten bijvoorbeeld echt niet wat het effect is van de consumptie van vis besmet met een lage concentratie aan zware metalen die geconsumeerd wordt in combinatie met groenten met te hoge resten van bestrijdingsmiddelen erop. We weten niet of onze maag-darm gevoeliger wordt voor listeria als we jaar-in-jaar-uit processed foods consumeren met klassieke conserveermiddelen. Tinka Murk hoeft ons heus niet bang te maken, maar de titel “Een beetje gif is niet erg” is absolute nonsens. Ik heb liever dat een professor stellig is over wat we nog niet weten en de nuance legt bij de beperkingen van onze huidige onderzoeksmethoden.

Gezondheid (en voedselveiligheid) en onveiligheid (en ongezondheid) lijken twee kanten van dezelfde medaille te zij. Dat wat gezond is, is veilig en wat onveilig is is ongezond. Nu, was dat maar zo. Wat acute onveiligheid brengt dat weten we best wel, daar hebben toxicologen en microbiologen goed onderzoekswerk verricht. Toxicologen kunnen ons vertellen wat de LD50 van arsenicum of listeria is. Maar het effect van super lage concentrates en jaren lange blootstelling? Daar kunnen we veel minder zinnigs over zeggen.

Toxicologen kunnen ons nog niet vertellen wat de lange termijn effecten van elke dag een glas cola (=veel suiker) nutten EN een lage blootstelling aan bestrijdingsmiddelen op groente EN zware metalen in lage concentraties in vis. We consumeren immers ‘voedingspatronen’, hoe grijpen al deze kleine hoeveelheden toxines op elkaar in? Wie zal het zeggen? Wie leeft in de penthouse van de piramide van Maslow, wilt uiteraard niet accuut dood gaan dat is vrij logisch. Wij moderne mens willen nu het eeuwige leven hebben, en uiteraard zonder kwaaltjes, zonder chronische ziektes, kanker of dementie. Ik zou graag willen dat toxicologen zoals Tinka daar naar (gaan) kijken. Die complexe relaties dus gaan onderzoeken en niet in het pharma 1.0-stofjesdenkers blijven hangen.

Tevens zal elke voedings- en gezondheidsexpert kunnen vertellen dat gezonde producten eigenlijk niet bestaan, het gaat immers om gezonde of ongezonde voedingspatronen. Maar wat dan het beste voedingspatroon gedurende een mensenleven is, daar is de wetenschap ook nog niet over uit (consensus is er over: a) niet teveel, b) gevarieerd en c) staat groente niet in de verdachte bank). Ikzelf denk dat #softpaleo het beste is (al kan ik dat  niet wetenschappelijk bewijzen). En misschien gaan we door onze nieuwe kennis m.b.t. epigentica wel geheel andere inzichten krijgen. Dat een advocado gezond is geloof ik wel. Maar elke dag alleen advocado's eten is onverstandig. Mijn vraag aan de wetenschap is hoe en wat moet ik dagdagelijks eten om pas op mijn 95ste dood te gaan zonder dat ik de 20 jaar daarvoor een kwakkelend bestaan heb. Wat moet ik daarvoor laten staan of wat moet ik juist gaan nuttigen?

Juist omdat ook experts daarop geen goed antwoord kunnen geven, is mijn advies om aan de veilige kant te blijven staan. Ik ga dus voor het #softpaleo voedingspatroon. Ik ga voor groente en fruit uit Nederland (met lage MRL’s waarop streng gecontroleerd wordt) en eet vis uit de Noordzee maar zeker niet teveel. Ik consumeer ook graag gepasteuriseerd of gepascaliseerd voedsel (want ik wil niet ziek worden van bacteriën/pathogenen) en geloof niet dat we resistent kunnen worden tegen chemische en microbiologische bedreigingen door deze in lage concentraties te nuttigen (in tegendeel!). Mijn vakgenoten riep ik daarom een paar jaar geleden al op om juist minder ‘chemie’ in ons voedsel te stoppen en ook te kijken of er alternatieve natuurlijke conserveermiddelen en methoden zijn.

Sigaretten zijn slecht en zeer hoge concentraties aan zware metalen in vis ook. Een toxine producerende c.bot vergiftiging kan je je leven kosten en een dergelijke vergiftiging wens je dus niemand toe. Paracelsus leefde ongeveer 500 jaar geleden, en wat dat betreft niks nieuws onder de zon. Het HACCP systeem is daarom bedacht om dergelijke acute risico’s te minimaliseren. HACCP is binnen de EU de wettelijke norm en is overal geïmplementeerd. Zullen we -ik doel op veiligheidsexperts en wetenschappers en in het bijzonder professoren in het vak- het juist daarom over de complexere zaken gaan hebben? Mag ik aan alle wetenschappers vragen vooral hier hun kostbare tijd en energie in te steken? Kijk vooral eens naar het effect van meerdere toxische blootstellingen simultaan; doe eens uitspraken over lange termijn effecten of mogelijke secundaire effecten (ook op onze omgeving of kinderen). En vertel me dus vooral hoe ik kwakelloos 95 jaar oud kan worden. Daar wil ik antwoorden op krijgen. Ga dus vooral het donkere bos in en blijf niet onder de lantaarnpaal staan.

Een wijs man sprak eens over nederigheid. Ik denk ook dat we hoe meer we weten er achter komen dat we eigenlijk nog te veel te weinig weten. Ik beschouw het de taak van specialisten om dit principe in de praktijk toe te passen. Laat je daarom niet verleiden tot het doen van one-liners die lekker klinken maar eigenlijk niet kloppen. Een professor toxicologie zou daarom nooit mogen zeggen “Een beetje gif is niet erg”. Zelfs de onderbuik van mijn moeder zegt immers dat die uitspreek niet kan kloppen. Paracelsus is bijna 500 jaar oud, maar we leven nu wat mij betreft in de eenentwintigste eeuw met alle moderne beschikbare technologie. Gif -hoe weinig ook- hoort gewoon niet in ons eten te zitten. Dat moet altijd ons uitgangspunt zijn. En dus ook in vis hoort geen methylkwik te zitten. Punt.

Meer leesvoer:

Reacties

Populaire posts van deze blog

In het Zonnetje gezet: Het gelijk (in mijn ogen) van Katans mening rondom voedingswetenschappen.

Ons eigen poep en pies kan onze wereld redden!

Teun is geen journalist maar een slim ondernemer. En ook ik heb mijn twijfels bij de ADH-cocnept : een schijnprecisie die er niet is in de praktijk.